Een grote familie betekent veel verjaardagen. Die liggen vast, staan
genoteerd in de agenda, worden gemeld op Facebook en Hyves. Dan stuur je een
vrolijk kaartje, misschien ga je er een kopje koffie drinken en de felicitaties
in persoon afgeven.
Sommige gebeurtenissen in het leven liggen niet vast. Daar reageer je
gepast op, afhankelijk van de situatie. Regelmatig een kaartje, een
telefoongesprek, een schouder.
Maar wat doe je nou als leuke en minder leuke gebeurtenissen samenvallen?
Hoe uitbundig ben je bij de geboorte van een nieuw familielid, als een ander
familielid diezelfde dag een peuter moet begraven? Hoe uitbundig ben je als de partner van de
jarige op de verjaardag een afspraak in het ziekenhuis heeft omdat er weer een
kwaadaardige tumor is ontdekt?
Momenteel zit mijn familie weer in zo’n periode dat vreugde en verdriet
elkaar niet echt afwisselen, maar vrijwel gelijk opgaan. Soms is het zoeken
naar een reactie, zonder het verdriet bij nare berichten uit de weg te gaan, zonder
de blijdschap bij heugelijke gebeurtenissen te dempen. Meestal is een berichtje
of knuffel voldoende, maar toch.
Deze periode werkt niet zo zeer louterend, eerder relativerend. Ik heb
er een eigen relativeringstheorie bij de bedacht, maar die is vooral
gevoelsmatig, moeilijk onder woorden te brengen.
Ik merk dat in mijn (toch) groeiende familie de banden en relaties
veranderen, meegroeien, sterker worden. Er is altijd minstens één iemand die
een schouder aanbiedt of een taart bakt. Die constatering maakt dat ik me al
maanden, ondanks alles, rijk voel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten