De vraag was: hoe reageer ik?
Er schoten heel veel gedachten, gevoelens, emoties en mogelijke
reacties door mijn hoofd. De klap was minder hard dan een jaar geleden. Maar
veel scheelt het niet. Terwijl ik me had voorgenomen een jaar na dato niet verbitterd
te zijn. Blijkbaar heeft de pijn nog geen dik litteken gekweekt dat tegen een
stootje kan. Bitterheid ligt dicht onder de oppervlakte. Voor het eerst in
maanden heb ik weer gehuild, om hem, om ons, om gemiste kansen.
Opeens kwam de vraag: ik reageer op de mededeling dat iemand gaat
verhuizen. Maar wie gaat er verhuizen? Op wie reageer ik?
De persoon die ik dacht te kennen, de persoon die hij 15 jaar heeft
voorgewend te zijn?
De persoon die hij vorig jaar bleek te zijn, toen er een paar
onbekende, niet zo prettige eigenschappen de kop op staken?
De persoon die hij nu is?
Uit gewoonte neig ik te reageren op de eerste, op wie ik 15 jaar heb
gereageerd.
Uit verdriet neig ik te reageren op de tweede, op hem reageer ik al een
jaar lang.
Maar realiteit is dat ik op de laatste zou moeten reageren. En die ken
ik niet. Ruim een jaar geleden heeft hij me definitief buitengesloten. Nou ja,
dat was de fysieke uitsluiting. De geestelijke uitsluiting was een jaar of twee
daarvoor al begonnen, misschien zelfs eerder. Hoezeer ik ook twijfel of ik hem
ooit echt heb gekend, zeker is dat ik hem nu niet meer ken. Ik weet niet meer
wat hij doet, wat hij eet, wat hij aantrekt, de kleur van zijn nieuwe auto…
Mijn reactie? Mijn waardering dat hij het zelf vertelde, zodat ik het
niet van anderen hoefde te horen. Alle gedachten, emoties en primitieve
reacties houd ik voor mezelf. Akelig beleefd, ik weet het.